Op 1 november as. vertrekt Herman Wijffels naar Amerika voor zijn “laatste missie”. In Washington wordt hij de nieuwe bewindvoerder van de Wereldbank. Een uitgelezen kans om nog eens in een internationale context te kunnen werken. ‘Dat buitenlandse facet ontbrak nog in mijn leven.’ Met het (tijdelijk) afscheid nemen van Nederland heeft hij betrekkelijk weinig moeite. ‘Ik heb mijn bijdrage geleverd, anderen mogen het stokje overnemen.’

 

Na zeven jaar Sociaal-Economische Raad (SER), nam voorzitter Herman Wijffels op 31 maart jl. afscheid van dit adviesorgaan. Het werd tijd voor verandering, vernieuwing. ‘We hebben in deze periode veel bereikt, denk aan de ingrijpende wijzigingen binnen de WAO, de WW en het ziektekostenstelsel. Na zo’n reeks van hervormingen, is er behoefte aan vers bloed.’ Inmiddels zit hij alweer twee maanden thuis, in zijn riante woning in Maarn. ‘Het is even wennen,’ klinkt het oprecht. ‘Je moet alles opeens zelf doen: koffie zetten, de post openen, maar ook autorijden. Ik heb 25 jaar een chauffeur gehad, dat is toch wel een luxe.’ Natuurlijk beleeft hij in zijn auto plezier aan het samenspel van sturen en schakelen, maar zijn productiviteit neemt zichtbaar af. ‘Ik realiseer mij nu pas dat ik in de auto altijd zat te werken. Die verloren tijd moet ik nu op een andere manier inhalen.’ Het zijn ook deze basale ervaringen, die hem doen verlangen naar zijn nieuwe uitdaging als bewindvoerder van de Wereldbank. Na de zomer vertrekt hij naar de VS. Minimaal voor drie, vier jaar. ‘Daarom ben ik nu druk bezig met het afbouwen van al mijn nevenactiviteiten.’

Engagement

En dat zijn er nogal wat. Wat opvalt aan het rijtje commissariaten en nevenfuncties, is zijn maatschappelijke betrokkenheid. Al in zijn vroege jaren, ontpopte de ex-bankier zich als visionair denker en had hij relevante gedachten over een duurzame samenleving. ‘Deze benoeming bij de Wereldbank sluit naadloos aan op de wijze waarop ik en mijn vrouw nu in het leven staan.’ Eigenlijk is dat bij Wijffels nooit anders geweest. Toen hij bij de Rabobank voorzitter werd van de hoofddirectie, was dat voor hem op dat moment de beste werkplek om zijn ambities te realiseren. Die bestonden toen vooral uit de combinatie: zakelijke verantwoordelijkheid en maatschappelijke engagement. ‘Naast leiding geven aan talloze omvangrijke zakelijk-financiele operaties, kon ik in deze dertien jaar ook duizenden mensen hun dromen laten verwezenlijken, door hypotheken en starterskredieten te verstrekken.’

Al terugblikkend, beschouwt hij deze periode als een hoogtepunt in zijn carriere. ‘Ik was toen zowel operationeel als bestuurlijk op mijn best.’ Bij de SER voelde Wijffels zich echter ook op zijn plek. ‘Naast mijn talent om mensen bij elkaar te brengen en tegenstellingen te overbruggen, kon ik daar mijn engagement uitstekend in kwijt.’

20e-eeuws

Dat engagement bestond – en bestaat nog steeds – uit de behoefte om oude, institutionele aspecten van de Nederlandse samenleving te actualiseren. Wijffels is hartstochtelijk pleitbezorger van – zoals hij het noemt – het vernieuwen van diverse arrangementen uit de industriële verzorgingsstaat. Het gaat ‘m in de basis om meer eigen keuzes voor mensen, maar ook om eigen verantwoordelijkheid. ‘Ik ben meer gefascineerd in wat komen gaat, dan in wat is geweest. De vraag hoe we er over 25 jaar leven, vind ik relevanter dan uitsluitend naar het verleden of het heden te kijken.’ Het liefst brengt hij overigens beide componenten samen. ‘Als ik dat doe, dan constateer ik dat we aan het einde van een industrieel georganiseerde maatschappij staan en dat we op weg zijn naar een meer organisch gevormde samenleving, waarin groei en verandering heel normaal zijn. Je leven lang, wel te verstaan. Daarom is het onzin om op je 65-ste te stoppen met werken. Alsof alle inzicht die mensen tot dat moment hebben vergaard, geen enkele waarde meer vertegenwoordigt. Ik kan niet anders concluderen dat de inrichting van onze samenleving nog erg 20e-eeuws is en dus achterhaald.’

Bewustzijnsontwikkeling

De prediker, zoals hij zichzelf wel eens voelt, krijgt de laatste tijd merkbaar meer volgelingen. Vooral mensen “aan de basis” voelen volgens Wijffels tot in hun vezels dat verhoudingen moeten veranderen. ‘Mensen die actief zijn in het onderwijs of in de verzorging merken dat het eerst. Ook studenten en ondernemers eisen vernieuwing.’ Dat een dergelijke verandering juist in Nederland uitermate reëel is, hoort hij regelmatig van buitenlandse waarnemers. ‘Die beweren dat de omstandigheden in de Noord-Europese landen daar ideaal voor zijn. Daarbij verwijzen ze naar ons ruime bewustzijnsontwikkeling; dat is namelijk de kern van elke evolutie.’ Ook Wijffels gelooft in een gestage ommezwaai in Nederland. De contouren zijn volgens hem al zichtbaar. ‘Oude instituties, die van bovenaf opgelegd zijn, verliezen – hier sterker dan elders in de wereld – hun aantrekkingskracht en worden vervangen door nieuwe sociale structuren, gebaseerd op individuele interesses en behoeftes. De ontkerkelijking aan de ene kant, maar de enorme behoefte aan spirituele zingeving aan de andere kant, zijn in dit verband illustratief. Dat juist een tot voor kort vredige natie als Nederland de laatste jaren is uitgegroeid tot een bolwerk van onrust en spanning, heeft te maken met de overgang tussen het handhaven van die klassieke dogma’s en de maatschappelijke behoefte aan verandering, aan zelfreflectie. Neem de recente ophef over het gedwongen afscheid van Hirsi Ali. De politiek – als belangrijkste representant van de oude collectieve instituties – doet niets anders dan het uitvoeren van de wet, terwijl een groot deel van de bevolking een breder perspectief hanteert en zeker ook haar waarde voor onze samenleving in ogenschouw neemt.’

Leerrekening

Het gedwongen afscheid van deze VVD-politica heeft Wijffels gesterkt in zijn ideeën, dat hervormingen in de moderne samenleving niet van bovenaf vorm krijgen, maar van onderaf. ‘Voor een fundamentele overgang is een breed draagvlak nodig. Deze ontstaat uitsluitend wanneer mensen worden aangesproken op hun professionele kwaliteiten en verantwoordelijkheden. Geef mensen ruimte, biedt hen een podium waarop ze hun individuele talenten kunnen etaleren, in plaats van ze met collectieve regels te beperken.’ Het lijkt de ideale samenleving, zoals de 64-jarige ex-ondernemer deze schetst, bijna utopisch. ‘Maar zeker niet irreëel. Het gaat er om individueel talent te accommoderen, zodat zij kan groeien en van waarde kan zijn. Daarbij moet de overheid mensen vooral stimuleren door ze te faciliteren.’ Om die reden gelooft Wijffels in een persoonlijke ontwikkelingsregeling, zoals een individuele leerrekening. ‘Dat kan een spaartegoed zijn, waarop je zelf geld kunt inleggen, maar waarop ook de werkgever een financiële bijdrage kan storten. Als deze rekening ook nog eens fiscaal aantrekkelijk wordt gemaakt, creëer je een additionele voorwaarde om talent tot ontwikkeling te brengen en voor Nederland te behouden.’ In de optiek van de ex-bankier zijn dat de ultieme criteria die over de toekomst van ons land gaan beslissen.

Daarover gesproken is Wijffels ronduit positief. ‘Als wij ons kunnen bevrijden van alle zinloze regelgeving van de laatste jaren en opnieuw ruimte bieden aan vrijdenkers, ben ik vol vertrouwen. Sla de geschiedenis er maar op na: Nederland heeft altijd onderdak geboden aan grote hervormers en filosofen, zoals Freud en Descartes. Dat heeft ons land internationaal op de kaart gezet; het heeft ons tevens veel welvaart opgeleverd.’

Wereldbank

Of hij dit alles nog mee gaat maken, is sterk de vraag. ‘In ieder geval zal dat vanuit een zekere distantie gebeuren.’ Niet dat hij genoeg heeft van Nederland en van de manier waarop wij met elkaar omgaan en samenleven. ‘Maar het voelt wel alsof ik mijn bijdrage in de afgelopen jaren nu wel heb geleverd. Het is aan anderen het stokje over te nemen. Dat kan ook, er liggen voldoende plannen voor uitvoering.’ Als voorbeeld noemt hij de kennis-investeringsagenda, zoals deze door het Innovatieplatform onlangs is gepresenteerd. ‘Wij doen hierin het voorstel voor een extra investering van 12 miljard euro; nodig voor onderwijs, scholing en onderzoek. Als de politiek groen licht heeft, kan deze meteen worden uitgevoerd.’ Zelf stort Wijffels zich de komende jaren op de gapende kloof tussen arm en rijk. ‘Deze moet verkleinen. Absoluut. Daarnaast zie ik het als mijn belangrijkste taak de introductie van duurzame technologieën te stimuleren. Alleen dàn is er een kans op een menswaardiger bestaan in deze landen. Daar wil ik graag mijn steentje toe bijdragen.’