‘Natuurlijk is het een forse overstap en ga ik Alta zeker missen, maar ook hier ben ik inhoudelijk bezig met het aan de man brengen van producten en diensten. Het grote verschil is dat ik dit bij Alta uitsluitend deed voor klanten, nu doe ik het voor ons eigen bedrijf.’ Hoewel de 44-jarige Wilco van Schaik pas vorige maand officieel is begonnen, zit het “wij-gevoel” er bij hem al stevig in. ‘FC Utrecht is mijn club, altijd al geweest. Ik heb hier gevoetbald, schoot helaas te kort voor het Eerste, maar toch. En ook nu weer, vanaf mijn eerste schreden in de Galgenwaard, voel ik mij thuis, je zou bijna kunnen zeggen: op mijn plek. Dat neemt niet weg dat ik nog dagelijks aan Alta denk; aan haar medewerkers en klanten. Logisch toch, als je daar achttien jaar hebt gewerkt.‘
Minder afhankelijk
De ex-directeur/partner van Alta was, in tegenstelling tot vele anderen – voor wie de keuze voor hem als nieuwe algemeen directeur als een surprise kwam – zelf allerminst verrast door het eerste contact met FC Utrecht. ‘Toen Van Seumeren mij in het voorjaar benaderde, was ik blij, maar niet overrompeld. De club zocht iemand met commerciële kwaliteiten, een relevant netwerk in het bedrijfsleven en met aantoonbare ervaring als leidinggevende. Aan deze criteria voldeed ik, waarmee ik natuurlijk niet wil zeggen dat dit van mij de enige geschikte kandidaat maakte.’ Wat daarbij onmiskenbaar in Van Schaik’s voordeel pleitte, is zijn verstand van imago en merkbranding. Eén van de doelen die ik hier heb, is de club minder afhankelijk te maken van de resultaten; van of een bal tegen de paal gaat of in het net belandt. Om ongeacht de uitslag van een wedstrijd de volgende dag hetzelfde enthousiasme en betrokkenheid te realiseren bij seizoenkaarthouders, supporters en sponsors, moet er een overstijgend gevoel zijn: een gevoel van trots, dit is mijn club, ik laat hen nooit in de steek. Als je dat voor elkaar krijgt, dan haal je het wispelturige uit een BVO en kun je echt beleid maken en plannen ontwikkelen.’
Groei
Het fundament voor een dergelijke aanpassing is er, volgens Van Schaik. ‘ De organisatie staat als een huis, de professionaliteit is binnen alle geledingen ruim vertegenwoordigd en de binding met de club is sterk groeiende. Je zag dat laatste nog voor de zomer, toen er ruim 12.000 supporters op onze Opendag afkwamen; nog nooit zijn er zoveel mensen geweest, terwijl we vorig seizoen relatief laag zijn geëindigd en we – eind juni – Van Wolfswinkel, Mertens en Strootman kwijt waren geraakt.’ Hij wil er maar mee zeggen, dat de FC op de goede weg is. Er is (meer)rust in de club. Toch zit het stadion nog steeds niet vol en zit er ook in het aantal business-seats geen sterk opgaande lijn. ‘Klopt. Daarom is groei het belangrijkste aandachtspunt voor de komende jaren. Qua begroting, in belangstelling, maar ook in merk en potentie. Zo wordt het tijd dat FC Utrecht uitgroeit van stadsclub naar provincieclub. Daar hoort bij dat onze binding met gemeenten, en dan met name met voetbalverenigingen uit de omgeving, inniger wordt. Zodat er een natuurlijk verschijnsel optreedt, waarbij in elk dorp kinderen straks op straat met FC-shirtjes rondlopen, en niet meer in de clubkleuren van Feyenoord en Ajax.’
Waarde
Om dat te bereiken, doet de club er verstandig aan zich minder bescheiden op te stellen, vindt de nieuwe algemeen directeur. ‘Een voorbeeld is onze maatschappelijke betrokkenheid: FC4you. Deze is diep verankerd in de club. Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld FC Twente, die zich op dit gebied stevig profileert, is de buitenwereld nauwelijks op de hoogte van onze activiteiten. En het is nu eenmaal zo dat “the story you tell, the product you sell”.’ Van Schaik vindt dit een gemiste kans. ‘We moeten onze merkwaarde nadrukkelijker uitdragen, laten zien welke maatschappelijke activiteiten we ondernemen en voor wie en wat we staan.’
Zoals hij ook de commerciële waarde van FC Utrecht meer en anders voor het voetlicht wil brengen. ‘Ik ben er namelijk van overtuigd dat elke onderneming die met ons zaken doet, er uiteindelijk beter van wordt. Door partner te worden van FC Utrecht, word je namelijk tevens lid van het grootste business netwerk van de regio. Daarbij is onze rol die van facilitator, maar ook die van actief verbinder. Wij brengen niet zomaar bedrijven bij elkaar, maar de juiste ondernemingen. Meer dan ooit gaan wij luisteren naar de wensen van onze leden en gaan we er alles aan doen om rendement voor hen te genereren. Daar wil ik mij echt de komende jaren voor inzetten.’
Glas half vol
Het klinkt enthousiast, ambitieus en oprecht. That’s me, lijkt de inwoner van Breukelen te zeggen. ‘Ik ben een positief mens, zie eerder het glas halfvol, dan halfleeg. Bovendien ben ik door mijn leeftijd en ervaring minder snel uit het lood geslagen. Dat is handig, want ik realiseer mij dat al mijn stappen nu onder een vergrootglas komen te liggen. En dat een misstap gevolgen heeft. Natuurlijk ken ik het afbreukrisico en wat dan nog? Ik sta midden in het leven, ik kom wel weer ergens bovendrijven, daar ben ik niet bang voor.’ Voorlopig leeft Van Schaik op een wolk, hoewel hij nauwelijks tijd heeft om te dagdromen. ‘Maar genieten doe ik wel, elke dag opnieuw. Als pure voetballiefhebber kom je hier makkelijk aan je trekken. Door eens een training te bezoeken, maar ook door naar het stadion te kijken; zelfs leeg vind ik het geweldig. En tussen ons gezegd…, ik ben niet de enige!’