Ik was laatst op een congres over vrijheid van meningsuiting. Een thema dat de gemoederen blijkbaar bezighoudt, want de opkomst was groot, net als trouwens het aantal sprekers. De hele dag werd gediscussieerd over onze grondrechten, het absolute karakter ervan, maar ook over tolerantie. Juist dat aspect heeft ons land als handelsnatie geen windeieren gelegd en ons volk in de wereld veel aanzien gegeven. Het spanningsveld tussen die twee – vrijheid van meningsuiting en tolerantie – stond in nagenoeg elke bijeenkomst en workshop centraal en leidde tot opmerkelijk heftige discussies.
Totdat een vrouw, die al een tijd stond te wachten, eindelijk het woord kreeg (waarom is het toch altijd zo dat in discussies de hardst schreeuwende kerel wel kan vertellen wat hij op zijn lever heeft? Is dat wat we bedoelen met vrijheid van meningsuiting: zij die de meest grote bek hebben, hebben recht van spreken?). De vrouw die gekleed was in een kleurrijk Afrikaans gewaad, sprak op rustige toon. “Ik kijk en luister met belangstelling naar u allen. Wat mij frappeert is dat u over alles wat er gezegd wordt, zo’n uitgesproken mening heeft. En dat u deze poneert alsof u alle ins en outs hierover kent en dat u na jarenlange afweging en deskresearch tot deze eenduidige conclusie bent gekomen. Is dat zo? Of wilt u deze bijeenkomst uitsluitend gebruiken als een platform om uw stem te laten horen, uw gezicht te laten zien. Omdat u in de waan leeft, dat wat u zegt er toe doet, dat de wereld van wat u vindt, mooier wordt.”
De zaal werd stil, de spreekwoordelijke speld kon je horen vallen. Zelfs de Haantjes die tot dit moment elkaar in de haren vlogen, maakten even pas op de plaats. Ik zag mijn kans schoon, stond op, keek alle aanwezigen kort aan en sprak: “Daarom ruil ik vanaf vandaag mijn mening in. Voor een betere. Een die wel gefundeerd is en het verschil maakt. Ik vind het niet interessant te weten wat de mening is van argeloze mensen op straat – of in een zaal – over onderwerpen waar ze geen verstand van hebben. Laten we stoppen met elkaar lastig te vallen over wat wij vinden; zonder meningen is een bijeenkomst over de vrijheid van meningsuiting in de toekomst ook niet meer nodig.”
Een ovatie was mijn deel. Toen werd ik wakker.