Vorige maand was de roep om leiderschap opeens duidelijk hoorbaar in Nederland. Terwijl ons land elke dag duizenden vluchtelingen ontving, was premier Rutte in de VS voor een handelsmissie. Onbegrijpelijk, vonden sommige journalisten: ‘Hij moet leiderschap tonen’, twitterden ze. En zoals dat tegenwoordig gaat in een pluriform medialandschap werd deze oproep op grote schaal overgenomen en verschenen overal koppen als: ‘Land in grote chaos, waar is premier?’ en ‘Nederland eist leiderschap Rutte.’ Vrijwel elke talkshow, radioprogramma en nieuwssite kwam met dezelfde boodschap: het land staat in brand en onze belangrijkste blusser zit bij Coca-Cola een drankje te nuttigen.
Ik weet niet of u in die dagen ook de draad volledig kwijt was, maar ik geenszins. Alle aandacht voor de afwezigheid van onze premier vond ik schromelijk overdreven, onterecht zelfs. Ik voelde mij dan ook totaal niet aangesproken, laat staan vertegenwoordigd door de koppen en de kritiek. Had ik Rutte’s leiderschap gemist? Wist ik zonder hem niet meer wat te denken en wat te doen? Net als u?
Elk jaar worden duizenden trainingen gegeven over beginnend leiderschap, excellerend leiderschap, coachend leiderschap, praktisch leiderschap en ga zo maar door. Daarbij wordt steeds maar weer benadrukt dat een goede leider vooral ruimte biedt aan anderen om hun leiderschap te ontwikkelen en verantwoordelijkheid te nemen.
Niet dat Rutte dit bewust heeft gedaan – die eer komt hem niet toe – maar indirect gaf hij u en mij wel de mogelijkheid om zelf een standpunt in te nemen. En zelf de keuze te maken om al dan niet in actie te komen. Terecht, want ik heb geen premier nodig om mijn conclusies te trekken, mijn eigen daden te regisseren en verantwoordelijkheid hiervoor te nemen. En ik heb al helemaal geen media nodig die mij erop wijzen dat ik dit niet blijkbaar niet kan