Ben Tiggelaar is met afstand de meest populaire managementgoeroe van Nederland. Tienduizenden managers, leidinggevenden en ondernemers bezoeken jaarlijks zijn seminars of lezen zijn boeken. Daarin verklaart hij het menselijke gedrag, rept hij over onze beperkingen en barricades die geluk, succes en groei in de weg kunnen staan en geeft hij concrete tips en adviezen. ‘Wat ik vertel is geen hogere wiskunde, onbewust weten we het allemaal. De essentie is echter: hoe maak je het bewust en hoe ga je het vervolgens benutten?’
De 44-jarige Tiggelaar houdt deze maanden domicilie in Boston, in de VS. Tot augustus verblijft hij daar, samen met zijn gezin. ‘Het was nu of nooit, mijn oudste dochter is inmiddels 18 en gaat in september studeren, in Nederland wel te verstaan.’ Daarom pakte de Tiggelaars vorig jaar zomer hun boeltje op en verkaste het gezin naar de Amerikaanse Oostkust, een tussenjaar tegemoet. ‘Ik kwam hier om nieuwe plannen te ontwikkelen, om te schrijven (een nieuw boek van hem wordt in 2014 verwacht), maar ook om Amerikaanse collega’s te ontmoeten, bedrijven te bezoeken en mij te verdiepen in de managementliteratuur in de VS.’ Na 6 maanden “eigen research” ervaart Tiggelaar grote verschillen tussen zijn geboorte- en verblijfland. ‘Het is wellicht een cliché, maar toch: in Nederland is nagenoeg alles beter geregeld: van ruimtelijke ordening tot zorg en van onderwijs tot administratieve wetgeving. Mensen die hier niet mee kunnen komen, vallen echt buiten de boot. De armoede is vele malen schrijnender, de rijkdom trouwens ook.’
In de tientallen gesprekken die hij sinds zijn komst naar de VS met managers, leidinggevenden en ondernemers heeft gevoerd, valt hem de grote prestatiedruk op, maar ook de traditionele hiërarchie tussen baas en medewerker. ‘In het Nederlandse MKB eten die twee nog wel eens een broodje samen, dat is hier uitgesloten.’ Of het extreem lage ziekteverzuim in de VS het gevolg is van deze gezagsverhouding, weet Tiggelaar niet. ‘Maar ik sluit het niet uit, want je verliest hier zo je baan.’
Procedures
Toch is de managementgoeroe enthousiast over de VS, vooral over The American Dream. Al is het maar omdat dromen de basis vormen van elk veranderingsproces. Zijn bekendste boek: “Dromen, Durven, Doen” – waarvan alleen al in Nederland 250.000 exemplaren werden verkocht – gaat vooral over dit onderwerp. ‘Dromen doet iedereen, maar je gedrag veranderen om je droom te verwezenlijken, dat is weinigen blijkbaar gegeven. Mensen blijven veelal in het oude en bekende hangen, ook al weten ze dat ze op termijn daar niet gelukkig van worden.’ Ook ondernemingen hebben hier last van. ‘In bedrijven zie je vaak dat gedragsverandering van bovenaf wordt opgelegd, verwoordt in een nieuwe missie of statement of nog erger: in nieuwe procedures. Wat ontbreekt, is draagvlak en vooral: een inspirerend voorbeeld.’ De missing link zit ‘m in persoonlijke overtuiging, aldus Tiggelaar.’ Veranderen begint bij jezelf, bij de directeur, de manager en op de werkvloer. Veranderen begint bij motivatie, bij de wil en bereidheid om dingen op een andere manier te zien en te doen. En daar aan vast te houden, ook als het even tegenzit.’
Overschat
Zonder motivatie geen resultaat. Dat is een belangrijke boodschap die hij op seminars als ‘MBA in één dag’ aan tienduizenden managers geeft. ‘Dan laat ik zien hoe wij als mensen met elkaar omgaan en hoe ons gedrag vaak het resultaat is van onbewust handelen. Een ieder die denkt dat hij in control is over zijn denken en doen, overschat zichzelf namelijk schromelijk.’ Ook dat maakt daadwerkelijke verandering zo lastig, aldus Tiggelaar, die op basis van onderzoek en literatuur in de afgelopen decennia tientallen inzichten en technieken verwierf om managers en professionals te helpen gedrag beter te begrijpen en beter te sturen. Zowel het eigen gedrag, als dat van anderen. Ondanks alle kennis die hij regelmatig over zijn gehoor uitstrooit – en de urgentie bij zijn doelgroep om in deze crisis, processen te veranderen – weet Tiggelaar dat slechts een gering aantal mensen daadwerkelijk munt slaat uit zijn seminars. ‘Zij slagen erin het onbewuste boven tafel te krijgen en in lijn te brengen met wat ze echt willen, de rest ploetert door.’
Wonderen
Bovenstaande klinkt bijna beschamend, maar getuigt van realiteitszin: Tiggelaar weet als geen ander dat zijn boeken en seminars geen wonderen verrichten. ‘Geluk, succes en groei kun je willen en najagen, maar niet op afroep verkrijgen. Kennis helpt, dat zeker, maar het gaat er vooral om hoe je deze toepast.’ Zijn eigen succes is daar een sprekend voorbeeld van. ‘Ik lees veel over het menselijk gedrag en doe weinig anders dan deze literatuur op een aansprekende manier vertalen naar de werkvloer. Natuurlijk gebruik ik herkenbare praktijksituaties en geloof ik oprecht in verandering, als je dat tenminste wilt.’ Zijn echte geloof – Tiggelaar is actief Christen – steunt hem hierbij. ‘Je bent er om elkaar te helpen, dat is mijn intentie in het leven. Ieder doet dat op zijn of haar manier. Als mensen erin slagen met mijn boeken en seminars het juiste spoor te vinden, is dat mijn bestemming en heeft mijn leven zin.’
Verdieping
Ondanks deze stelligheid, twijfelt Tiggelaar ook regelmatig. Bijvoorbeeld over wat hij wil. ‘Ik ben 44, dat is zo’n leeftijd waarop je terugkijkt, maar tevens vooruit blikt: welke keuzes maak ik voor de tweede helft?’ Hoewel zijn antwoord verre van pasklaar is, hoopt hij zich meer te gaan toeleggen op het schrijven van boeken en minder op het geven van seminars. ´Sinds we in de VS zijn – en ik minder trainingen en presentaties verzorg en meer aan studie doe – voel ik mij op mijn gemak. Ik lees en schrijf meer dan ooit en ervaar de verdieping die daardoor ontstaat als aangenaam en verrijkend. Maar over een half jaar zijn we terug in Nederland, misschien dat de vlag er dan weer volstrekt anders bijhangt.´ Hoe zijn levenspad er straks ook uit komt te zien, één ding weet hij zeker: zijn passie voor menselijk gedrag en de behoefte om op dat gebied, ondersteuning te bieden, blijft altijd. ´Dit onderwerp verveelt nooit. Niet in de laatste plaats omdat mensen er altijd moeite mee zullen houden.’