Begin september zag PowNed op tv het levenslicht. De omroepvereniging die vanaf deze maand ook 9 uur radiozendtijd vult, gooit het over een andere boeg in Hilversum met uitdagende, intelligente programma’s, die vooral ook interactief zijn en emoties oproepen. PowNed wil het conservatieve publieke bestel drastisch veranderen. ‘Daarbij vormt de huidige tijdsgeest onze leidraad. Ik voel me net Kuifje in omroepland!’

Het is eind augustus, de datum voor de eerste uitzending van PowNed nadert met rasse schreden. Toch oogt de 40-jarige Dominique Weesie allesbehalve gestresst. ‘Waarom zou ik? De wereld vergaat straks niet.’ En gelijk heeft de oprichter, voorzitter en eindredacteur van PowNed, hoewel hij met deze omroepvereniging opnieuw zijn nek uitsteekt. Dat deed hij in 2003 met de oprichting van het tegendraadse GeenStijl ook al. Ondanks het enorme succes van dit populaire weblog, realiseert hij zich maar al te goed, dat nu een nieuwe en nog veel grotere – en onzekere – uitdaging wacht. ‘De omroep is zo’n totaal andere wereld als wat ik gewend ben; het kost tijd om je de cultuur “eigen” te maken.’ Die tijd geeft hij zichzelf, Weeise heeft namelijk 5 jaar uitgetrokken voor PowNed. Dan moet de omroepvereniging iets los hebben gemaakt, van waarde zijn geweest. Concreter formuleert hij zijn doelen niet. ‘En we moeten ook vooral lol hebben gemaakt!’

Vogelaar

Lol had hij de afgelopen jaren volop, op de burelen van GeenStijl. Zijn weblog zorgde regelmatig voor opschudding, zoals het onthutsende interview met ex-Minister Ella Vogelaar. ‘Een vergelijkbaar streven heb ik nu wederom; begrijp mij goed, we gaan niet uitsluitend zwakke plekken van Ministers voor het voetlicht te brengen, maar we gaan wel kritisch om met het nieuws. We nemen niet klakkeloos over wat er gezegd wordt, zoals half Hilversum braaf doet.’ Opmerkelijk daarbij is de positie van waaruit hij dit sinds deze maand doet: PowNed maakt als omroepvereniging onderdeel uit van datzelfde publieke bestel. ‘Ik stoor mij vooral aan de wijze waarop dit systeem al decennia is georganiseerd en functioneert: ouderwets, statisch en vooral niet efficiënt.’ In die zin kan hij zich vinden in de rigoreuze bezuinigingsvoorstellen van o.a. VVD en PVV. ‘Het grootste probleem van de publieke omroep is dat ze geen binding heeft met de nieuwe tijd, met bij voorbeeld grote groepen (jonge) mensen, die media kris-kras door elkaar gebruikt, waarbij tv slechts één van de vele mogelijkheden is. En als de publieke omroep zo doorgaat, is dit medium voor deze doelgroep in de toekomst nog minder interessant. Deze mensen hebben nauwelijks het gevoel serieus genomen te worden; een actualiteitenrubriek die een uur lang saaie filmpjes of gesprekken toont, zonder terugkoppeling met de kijker: dat is volstrekt uit de tijd!’

Tijdsgeest

Maar het gebeurt wél volgens Weesie: ‘Er is in Hilversum nauwelijks interactie tussen tv en on line-media, terwijl de berichtgeving via internet zoveel sneller en actueler is. Programmamakers missen domweg het juiste gevoel voor tijdsgeest. Zij gebruiken “nieuwe media” zoals internet, Hyves, Facebook, Twitter en You Tube nauwelijks. De reden? Er is een gebrek aan lef, durf én aan kennis van digitale initiatieven. Mensen die verstand hebben van hoe je al deze media op de juiste aanvullende wijze kunt gebruiken, zijn schaars. Zeker in Nederland. Dus doen wij het via trial and error. Daarbij is onze focus gericht op het herpositioneren van tv voor deze groeiende doelgroep. Als wij erin slagen het publieke bestel interessant te maken voor deze netwerkgeneratie, is onze missie volbracht.’ De wijze waarop PowNed dit gaat doen, is in ieder geval origineel en eigentijds. ‘Wij volgen in ons nieuwsprogramma niet zo zeer de actualiteit, maar vooral de reacties van onze kijkers hierop in de vorm van tweets, berichten, foto’s en filmpjes. Wij volgen hen, in plaats van dat zij ons volgen. Dat vinden wij relevanter.’

Kleuren

Daarbij voorziet PowNed het nieuws wel van kleur, van een mening. ‘De scheiding tussen feit en mening is in Nederland heilig, maar elders in de wereld niet. En terecht, want als je daadwerkelijk wilt communiceren met je doelgroep, moet je hen niet alleen fysiek de kans geven te reageren, maar ook geestelijk daartoe inspireren. Daarbij helpt het door het nieuws te duiden door zelf regelmatig een eigen mening naar buiten te brengen, zoals GeenStijl dit al jaren doet. Vanzelfsprekend gieten wij onze mening nu in een ander jasje, omdat tv een totaal ander medium is. Maar het uitgangspunt: het genereren van emotie, is vergelijkbaar.’ Volgens Weesie ligt de toegevoegde waarde van PowNed vooral dààr: ‘wij willen de kijker aan het denken zetten, daarom serveren we geen hapklare brokken, maar dagen we hem telkens uit om op het nieuws – op onze kleuring – te reageren. Als het hem vervolgens onverschillig laat, heeft onze inzet dus geen enkele zin, dan houd ik er meteen mee op.’ Want achteraan aansluiten in de rij – en als nieuwsprogramma braaf de agenda van het ANP volgen – is allesbehalve een aantrekkelijk perspectief voor Weesie en PowNed. Hen gaat het meer om originaliteit, creativiteit, communicatie en vooral: uniciteit.

Commercie

Wat helpt is dat ze zich niet commercieel hoeven te bewijzen. ‘Als publieke omroep heb je in principe een vrijbrief voor het maken van programma’s. Dat werkt bevrijdend. Ik kan mij puur focussen op de inhoud en hoef mij niet bezig te houden met sponsors en adverteerders, zelfs niet met de reclameblokken om ons nieuwsprogramma heen.’ Dat had hij wel moeten doen als PowNed een commerciële omroep was geweest. ‘Maar die kwestie is nooit aan de orde geweest; bovendien zijn de risico’s daarvan wel erg groot.’ Weesie verwijst naar o.a. het recente failliet van Het Gesprek, maar ook naar Talpa.’Wat ik leer van deze voorbeelden is dat je in Nederland niet te hoog van de toren moet blazen, met grote namen en weinig reele ambities. Dat hoor je mij dus ook niet zeggen. Tegelijkertijd vertel ik je wel dat wij het anders gaan doen, meer in de huidige tijdsgeest: daar kun je mij over vijf jaar wel op afrekenen.’

Lukt het niet de publieke omroep te veranderen binnen vijf jaar, dan pakt Weesie zijn boeltje in. ‘Dan vertrek ik uit Nederland en zien ze mij nooit meer terug,’zegt hij gekscherend om vervolgens serieus er aan toe te voegen: ‘Ik ben gauw verveeld en altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. Wellicht dat ik dan de draad weer oppak als ondernemer. Hoewel juist deze doelgroep er in dit land bekaaid van afkomt. Wat dat betreft zou ik dat ook graag veranderd willen zien: minder regels, meer kansen voor eigen initiatief. Meer kansen ook voor jonge mensen, meer verantwoordelijkheid ook aan hen.

Begin september zag PowNed op tv het levenslicht. De omroepvereniging die vanaf deze maand ook 9 uur radiozendtijd vult, gooit het over een andere boeg in Hilversum met uitdagende, intelligente programma’s, die vooral ook interactief zijn en emoties oproepen. PowNed wil het conservatieve publieke bestel drastisch veranderen. ‘Daarbij vormt de huidige tijdsgeest onze leidraad. Ik voel me net Kuifje in omroepland!’

Het is eind augustus, de datum voor de eerste uitzending van PowNed nadert met rasse schreden. Toch oogt de 40-jarige Dominique Weesie allesbehalve gestresst. ‘Waarom zou ik? De wereld vergaat straks niet.’ En gelijk heeft de oprichter, voorzitter en eindredacteur van PowNed, hoewel hij met deze omroepvereniging opnieuw zijn nek uitsteekt. Dat deed hij in 2003 met de oprichting van het tegendraadse GeenStijl ook al. Ondanks het enorme succes van dit populaire weblog, realiseert hij zich maar al te goed, dat nu een nieuwe en nog veel grotere – en onzekere – uitdaging wacht. ‘De omroep is zo’n totaal andere wereld als wat ik gewend ben; het kost tijd om je de cultuur “eigen” te maken.’ Die tijd geeft hij zichzelf, Weeise heeft namelijk 5 jaar uitgetrokken voor PowNed. Dan moet de omroepvereniging iets los hebben gemaakt, van waarde zijn geweest. Concreter formuleert hij zijn doelen niet. ‘En we moeten ook vooral lol hebben gemaakt!’

Vogelaar

Lol had hij de afgelopen jaren volop, op de burelen van GeenStijl. Zijn weblog zorgde regelmatig voor opschudding, zoals het onthutsende interview met ex-Minister Ella Vogelaar. ‘Een vergelijkbaar streven heb ik nu wederom; begrijp mij goed, we gaan niet uitsluitend zwakke plekken van Ministers voor het voetlicht te brengen, maar we gaan wel kritisch om met het nieuws. We nemen niet klakkeloos over wat er gezegd wordt, zoals half Hilversum braaf doet.’ Opmerkelijk daarbij is de positie van waaruit hij dit sinds deze maand doet: PowNed maakt als omroepvereniging onderdeel uit van datzelfde publieke bestel. ‘Ik stoor mij vooral aan de wijze waarop dit systeem al decennia is georganiseerd en functioneert: ouderwets, statisch en vooral niet efficiënt.’ In die zin kan hij zich vinden in de rigoreuze bezuinigingsvoorstellen van o.a. VVD en PVV. ‘Het grootste probleem van de publieke omroep is dat ze geen binding heeft met de nieuwe tijd, met bij voorbeeld grote groepen (jonge) mensen, die media kris-kras door elkaar gebruikt, waarbij tv slechts één van de vele mogelijkheden is. En als de publieke omroep zo doorgaat, is dit medium voor deze doelgroep in de toekomst nog minder interessant. Deze mensen hebben nauwelijks het gevoel serieus genomen te worden; een actualiteitenrubriek die een uur lang saaie filmpjes of gesprekken toont, zonder terugkoppeling met de kijker: dat is volstrekt uit de tijd!’

Tijdsgeest

Maar het gebeurt wél volgens Weesie: ‘Er is in Hilversum nauwelijks interactie tussen tv en on line-media, terwijl de berichtgeving via internet zoveel sneller en actueler is. Programmamakers missen domweg het juiste gevoel voor tijdsgeest. Zij gebruiken “nieuwe media” zoals internet, Hyves, Facebook, Twitter en You Tube nauwelijks. De reden? Er is een gebrek aan lef, durf én aan kennis van digitale initiatieven. Mensen die verstand hebben van hoe je al deze media op de juiste aanvullende wijze kunt gebruiken, zijn schaars. Zeker in Nederland. Dus doen wij het via trial and error. Daarbij is onze focus gericht op het herpositioneren van tv voor deze groeiende doelgroep. Als wij erin slagen het publieke bestel interessant te maken voor deze netwerkgeneratie, is onze missie volbracht.’ De wijze waarop PowNed dit gaat doen, is in ieder geval origineel en eigentijds. ‘Wij volgen in ons nieuwsprogramma niet zo zeer de actualiteit, maar vooral de reacties van onze kijkers hierop in de vorm van tweets, berichten, foto’s en filmpjes. Wij volgen hen, in plaats van dat zij ons volgen. Dat vinden wij relevanter.’

Kleuren

Daarbij voorziet PowNed het nieuws wel van kleur, van een mening. ‘De scheiding tussen feit en mening is in Nederland heilig, maar elders in de wereld niet. En terecht, want als je daadwerkelijk wilt communiceren met je doelgroep, moet je hen niet alleen fysiek de kans geven te reageren, maar ook geestelijk daartoe inspireren. Daarbij helpt het door het nieuws te duiden door zelf regelmatig een eigen mening naar buiten te brengen, zoals GeenStijl dit al jaren doet. Vanzelfsprekend gieten wij onze mening nu in een ander jasje, omdat tv een totaal ander medium is. Maar het uitgangspunt: het genereren van emotie, is vergelijkbaar.’ Volgens Weesie ligt de toegevoegde waarde van PowNed vooral dààr: ‘wij willen de kijker aan het denken zetten, daarom serveren we geen hapklare brokken, maar dagen we hem telkens uit om op het nieuws – op onze kleuring – te reageren. Als het hem vervolgens onverschillig laat, heeft onze inzet dus geen enkele zin, dan houd ik er meteen mee op.’ Want achteraan aansluiten in de rij – en als nieuwsprogramma braaf de agenda van het ANP volgen – is allesbehalve een aantrekkelijk perspectief voor Weesie en PowNed. Hen gaat het meer om originaliteit, creativiteit, communicatie en vooral: uniciteit.

Commercie

Wat helpt is dat ze zich niet commercieel hoeven te bewijzen. ‘Als publieke omroep heb je in principe een vrijbrief voor het maken van programma’s. Dat werkt bevrijdend. Ik kan mij puur focussen op de inhoud en hoef mij niet bezig te houden met sponsors en adverteerders, zelfs niet met de reclameblokken om ons nieuwsprogramma heen.’ Dat had hij wel moeten doen als PowNed een commerciële omroep was geweest. ‘Maar die kwestie is nooit aan de orde geweest; bovendien zijn de risico’s daarvan wel erg groot.’ Weesie verwijst naar o.a. het recente failliet van Het Gesprek, maar ook naar Talpa.’Wat ik leer van deze voorbeelden is dat je in Nederland niet te hoog van de toren moet blazen, met grote namen en weinig reele ambities. Dat hoor je mij dus ook niet zeggen. Tegelijkertijd vertel ik je wel dat wij het anders gaan doen, meer in de huidige tijdsgeest: daar kun je mij over vijf jaar wel op afrekenen.’

Lukt het niet de publieke omroep te veranderen binnen vijf jaar, dan pakt Weesie zijn boeltje in. ‘Dan vertrek ik uit Nederland en zien ze mij nooit meer terug,’zegt hij gekscherend om vervolgens serieus er aan toe te voegen: ‘Ik ben gauw verveeld en altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. Wellicht dat ik dan de draad weer oppak als ondernemer. Hoewel juist deze doelgroep er in dit land bekaaid van afkomt. Wat dat betreft zou ik dat ook graag veranderd willen zien: minder regels, meer kansen voor eigen initiatief. Meer kansen ook voor jonge mensen, meer verantwoordelijkheid ook aan hen.